Donderdag 28 september 2023

We moeten wel zo’n 800 mtr lopen om bij de VVV te komen. Daar krijgen een prachtig boekje in het Nederlands met de bezienswaardigheden van het stadje Mende.

De teksten komen overeen met de mooi uitgevoerde infoborden. We lopen naar de kathedraal Notre-Dame-et-Saint-Privat. Net als in Montpellier is deze kerk door Urbanus V gebouwd. Men is begonnen in 1368 en de kerk werd ingewijd in 1467.

Hoewel de twee torens verschillend zijn, zijn ze toch tegelijkertijd gebouwd. In de kerk vinden we een Zwarte Madonna uit de XIIe eeuw en aan de pastoor van Ars is een hele kapel gewijd met een beeld en glas-in-lood ramen.

De 8 aubusson-tapijten van de maagd zijn in 1707 geleverd. Daarna lopen we naar Rue de L’Arjal.

Arjal is een Ocitaans woord dat riolering of kanaal aangeeft. De straat is hellend en bovenaan staat Fontaine du Griffon. Hieruit laat men water de straat af lopen, zodat deze vanzelf schoon gemaakt wordt.

Op het laagste punt van deze straat vinden we een vakwerkhuis. We zoeken eerst een bakker en we kunnen er ook een kopje koffie drinken.

Iets verderop ligt Place au Blé. Hier werd vroeger de graanmarkt gehouden. Toen de oude stenen hal te klein bleek, hebben ze er de huidige grotere stalen hal neergezet. Achter de hal staat een typisch huis voor de vallei van de Lot met een centrale duiventil. Hier eten we op een bankje onze lunch op.

Op de hoek van dit plein vinden we de oude toren van Auriac. Dit is het enig nagenoeg in tact gebleven overblijfsel van de vestingwerken. De toren is bewaard gebleven omdat hij diende als klokkentoren voor de kapel. Het stadhuis kunnen we niet bezoeken, want het is middagpauze.

We lopen door naar de wasplaats van de Calquière. Deze was van de leerlooiers die het leer schoonmaakte met kalk. In het belang van de volksgezondheid zijn de leerlooierijen die hier gevestigd waren, verhuisd naar de oevers van de Lot. Wij gaan naar het Museum van Gevaudan (toegang gratis). In 2020 heeft men een enorme renovatie laten plaatsvinden waarbij verschillende gebouwen verenigd werden. Men heeft heel goed gebruik gemaakt van de ruimten die men daardoor ter beschikking had gekregen. Bij de entree (deur uit 1675) op het binnenplein zien we een monumentale trap naar de verdiepingen. Men komt in dit museum artikelen tegen van de prehistorisch tot de 21e eeuw. Vooral artikelen uit de Lozère (de streek hier) zijn hier als erfgoed tentoongesteld.

  zomaar een mooi gebouw

Na het museum lopen we naar het huis van de voormalig consul en er tegenover zien we een huis met een trompe-l’oeil. We lopen nu terug naar de camper om thee te drinken en kijken daarna nog bij Pont Notre-Dame.

Dit bruggetje is de eerste stenen brug van Mende uit de 13e eeuw en deze brug heeft al heel veel overstromingen van de Lot doorstaan.