Woensdag 23 augustus 2023

We reizen vandaag verder en zien in onze Michelingids dat Billom een interessante plaats is om te bekijken. Het blijkt een middeleeuwse kern te hebben. Aan de rand van deze kern is een grote gratis parkeerplaats. Hier drinken we eerst een kop koffie en lopen dan naar het VVV kantoor. Een zeer spraakzame dame helpt ons verder. Na een interessant gesprek over dyslexie gaan we het stadje bezoeken. Er zijn vier wandelingen en we beginnen bij het oudste middeleeuwse gedeelte.

Elke straat behoorde bij een gilde. Onze eerste straat is die van de slagers. We zien aan de huizen pinnen, waaraan de slagers hun vlees konden hangen. We zien door een poortje een leuke binnenplaats.

Dan komen we bij de Sint-Cerneuf kerk. De dame van de VVV gaat er graag bidden, ook omdat het nu bij het hete weer lekker koel is binnen. En wij mogen hem zeker niet missen. De buitenkant is helemaal gerestaureerd, binnen moet men nog beginnen. De fresco’s zijn op veel plekken helemaal vergaan. Toch blijft er genoeg over om te fotograferen. Deze kerk bevat mooie ramen.

En er is een beeld van St. Antonius van Egypte, de vader van de kloosterlingen. Daar hij altijd vergezeld is van een varkentje, is hij ook de patroonheilige van de varkens. We gaan de kerk uit en lopen naar het begin van de tweede wandeling.

We verlaten het oudste centrum via de Port de l’Évêché en komen langs La fontaine de l’Eperon (Béraud gemaakt in 1856). We lopen over een kastanjelaan waar vroeger de fortificaties van de stad waren. We steken over bij een bruggetje en zien in de verte het Jézuietenklooster liggen. Hiervan is de eerste steen gelegd in 1559. Langs dit riviertje (Angoud) hadden zich vroeger veel handwerklieden gevestigd, zoals leerlooiers, ververs en molenaars.

In deze handelswijk is de volgende wandeling. Ook hier vinden we huizen met vakwerk in de vorm van Andreaskruizen (echte benaming hiervoor). We zijn hier in La rue du Colonel Mioche. Aansluitend komen we op La Place du Marché au Chanvre (hennep). Daar vinden we spinnerijen en weverijen. Hier werd de hennep volkomen legaal verwerkt tot draden voor stoffen en touw. De touwkabels werden via de Angoud en de rivier Allier verscheept naar de Marine in Rochefort. We gaan nu op zoek naar een bakker. Maar, of de winkel is opgeheven, of de bakker is met vakantie, of heeft z’n wekelijkse vrije dag, wij kunnen dus geen brood kopen. Met al dat geloop naar bakkers, zijn we vlak bij onze camper gekomen. Daar eten we dan maar ons eigen brood dat we nog in de koelkast hebben liggen. Na een lange pauze in de schaduw lopen we terug om de vierde wandeling te maken. Deze vierde wandeling gaat door het geestelijk kwartier.

Hier hebben vroeger vier kloosters gestaan rondom de kerk St.-Loup. Wanneer we de helling van de Boulevard St.-Roche oplopen, wordt geadviseerd bij nr.4 achterom te kijken. En inderdaad zien we dan twee vulkaantoppen met daarop op de ene een ruine van een kasteel en op de andere een kapel. De St.-Loup boven aan de heuvel heeft een bijzondere entree. Je gaat de kerk binnen door een groot portaal met verschillende bogen. Men heeft er vanaf 1265 150 jaar aan gebouwd.

De straat recht tegenover de ingang van de kerk bevat de poort La porte de l’Hôpital. De poort uit de 19e eeuw is blijven staan en is geheel ingebouwd bij het huidige ziekenhuis. We lopen via Place la Halle terug naar een barretje om een Orangina te drinken. Het is nu ook laat genoeg om de resterende 50 km naar Ambert te rijden, waar de camping "Les Trois Chênes” om 16;00 uur weer opengaat. De plaatsen op de camping liggen voldoende in de schaduw en na wat heen en weer gerij, hebben we ook televisieontvangst.Hier houden we het wel een poosje uit.